Vertrouwen

Programma

1A. Ouders – toerusting via video

Bekijk met elkaar de video waarin je als ouders toerusting krijgt over vertrouwen in je tiener:

1B. Tieners – werkvorm ‘(not) done’

Waar mogen je ouders zich wel of niet mee bemoeien?  

Verdeel de groep in groepjes van 5-10 tieners, elk met één tienerleiding.

Schrijf op een groot vel of whiteboard aan de ene kant ‘niet-bemoeien’ en aan de andere kant ‘bemoeien’. Jullie gaan met elkaar een lijst maken van dingen waar je ouders zich echt niet mee moeten bemoeien en een lijst met dingen waar ze zich wel een beetje mee mogen bemoeien.  

• Niet bemoeien: dingen waarbij je ouders te veel ‘in je space zitten’, waar ze elke keer over doorzeuren terwijl je het echt wel zelf kan. Bijvoorbeeld: de keuze van je vrienden en met wie je omgaat, je huiswerkplanning, hoe je kamer eruit ziet, hoe lang je op je mobiel zit, wat voor kleding je draagt, hoe laat je naar bed gaat …
• Bemoeien: dingen waar je af en toe wat hulp bij kan gebruiken en waar je ouders zich best een beetje in mogen mengen. Misschien wel iets wat je ouders gewoon helemaal aan jou overlaten maar waar je best eens advies over zou willen krijgen. Bijvoorbeeld: hoe je omgaat met die vervelende opmerking van een vriend(in), je helpen om een bijbaantje te vinden, met je meedenken over je vakkenpakket of studiekeuze, je helpen herinneren aan dingen op je agenda: sportwedstrijden of toetsen die eraan komen, …

Bespreek:

• Bij de dingen waar je ouders zich te veel mee bemoeien, heb je het idee dat ze je daar ook niet in vertrouwen? Er niet op vertrouwen dat je het zelf wel kan? Waar zou je best wat meer vertrouwen in willen krijgen?

• Heb je weleens het idee dat je ouders te bezorgd of bang zijn? Wat doet dat met jou? Zou je het weleens fijn vinden als ze je gewoon zelf ‘op je bek laten gaan’?

• Zijn er dingen waar je ouders zich niet mee bemoeien maar waar je misschien wel graag wat hulp of advies bij zou hebben?

3. Oefenen in vertrouwen

Keuze-opties voor ouders en tieners
 

In dit onderdeel ga je als tiener en ouder samen oefenen met vertrouwen: ervaar dat je tiener te vertrouwen is en ervaar als tiener om dit vertrouwen te vragen. Maar dan wel op een leuke en interactieve manier!

• • Print de oefeningen van bijlage 5 een aantal keer uit, knip ze uit en maak stapeltjes van dezelfde oefeningen. Zorg dat je in totaal ongeveer het dubbele aantal hebt van het aantal tieners.  
  • Leg bij de oefening ‘angst’ een aantal kleine kaartjes klaar. Denk aan licht gekleurd dikker papier. Dit worden de ‘voornemenskaartjes’.
  • Leg bij de oefening ‘Ik kan het!’ een stapel groene en een stapel rode/roze papiertjes of post-its klaar. Van beide kleuren heb je er ongeveer 2 per deelnemer nodig.
  • Bij ‘Versier je tiener: ‘Jij kan het!’ leg je stukjes vlaggenlijn (ongeveer 1 per tiener).

Laat de tiener kiezen welke oefening hij gaat doen met zijn eigen ouder. Ze krijgen 30 minuten de tijd, dus zodra ze klaar zijn kunnen ze een nieuwe oefening kiezen.

4. Afsluiting – met gebed

De avond afsluiten en in groepjes bidden
 

Ga weer terug naar de groepjes waarin je het tweede onderdeel hebt gedaan (2. Ouders en tieners – Vertrouwen in je tiener) en sluit samen af met een kringgebed. De ouders bidden voor hun eigen tiener en de tieners bidden voor hun eigen ouder. Je kunt bijvoorbeeld vragen of God jullie wil helpen om elkaar te vertrouwen en uit te spreken dat je samen je vertrouwen in God wil leggen.