Introductie op de module
De kijkwijzers van jouw leven
Al de kijkwijzers horen bij het leven, je gaat ze sowieso tegenkomen, is het niet nu, dan wel later. Je kan ze dus niet ontwijken. Je hebt te maken met geweld, seks, discriminatie, angst, grof taalgebruik en alcoholmisbruik. Ook in het leven van anderen om je heen komt dit voor. Wat doe je hiermee?
In de bijeenkomsten van deze serie gaan we kijken op welke manier jullie ze in je leven tegenkomen, en vooral: wat doe je dan? Hoe ga je hiermee om? Wat zegt de Bijbel hierover? Hoe reageer je er op een mooie en goede manier op die jezelf en anderen helpt?
Na de introductie op de kijkwijzers en een bijeenkomst over wat het betekent om het zout van de aarde te zijn, hebben we het elke keer over één kijkwijzer: je kan met elkaar bepalen in welke volgorde jullie dit willen doen.
Bij deze module horen de volgende bijeenkomsten:
1. De kijkwijzers van jouw leven
De tiener denkt, aan de hand van de kijkwijzers, na over zijn eigen leven en de Bijbel, welke thema’s komen hierin voor?
2. Zout zijn
De tiener begrijpt de beeldspraak van Jezus: ‘het zout der aarde’. Hij ontdekt dat het christelijke leven smaakmakend bedoeld is: het gaat niet om wat je NIET mag, maar om wat je WEL kan laten zien, proeven en zijn.
Verslaving
De tieners gaan in gesprek over verdovende middelen en verslaving. Ze komen erachter dat een verslaving eigenlijk veroorzaakt wordt door de ‘kooi’ waar mensen in zitten. Ze leren dat ze zelf bevrijd kunnen worden, of andere mensen kunnen bevrijden door verbinding.
Geweld
De tieners staan stil bij geweld in hun eigen leven en bedenken hoe ze smaakmakend bezig kunnen zijn in hun omgeving door in plaats van gewelddadig dapper te zijn.
Angst
De tieners bespreken en ontdekken angsten bij zichzelf en bij
elkaar. Tegenover angst staat overgave: “Wees niet bang, ik ben bij je!”
Seks
Bij seks gaat er niet om wat niet mag, maar wat juist wél mag. Daarin laat de Bijbel een mooie weg zien, die van liefde en trouw! De tiener leert dat goede seks niet zonder liefde én niet zonder trouw kan. De tiener leert om dat toe te passen in de verschillende relaties die hij/zij hebben of krijgen.
Discriminatie
De tieners wordt een spiegel voorgehouden wat hun eigen discriminatie betreft. Ze ontdekken dat God veelkleurig is en niet buitensluit, maar van verscheidenheid één maakt. Ze leren dat ze minder kunnen discrimineren door anderen te aanvaarden en stereotypen aan te passen.
Grof taalgebruik
De tieners komen er samen achter dat grof taalgebruik grote gevolgen hebben. Ze ontdekken dat zegenen het tegenovergestelde van schelden is.
Auteur van deze module: Marjolijn van der Stelt en Arjen Riemer