Johannes ziet de Alfa en Omega
(4) IK BEN
Waar zou jij nooit in je eentje willen zijn? Dat weet Johannes wel: op Patmos! Hij zit daar gevangen terwijl Jezus terug naar de hemel is. Maar dan krijgt Johannes een visioen. We ontdekken wat dat is en welke naam van God Johannes daar te horen krijgt. We doen een tijdlijn-estafette, bakken koekjes met de letters IK BEN om de serie af te sluiten en krijgen een mooie herinnering mee.
Focus
Johannes krijgt een visioen en ontdekt dat Jezus er altijd geweest is en altijd zal zijn.
Achtergrondinfo
Jezus was aanwezig op aarde als de Immanuel, de IK BEN. Maar Hij is ook weer naar de hemel gegaan. Heeft Hij de mensen in de steek gelaten?
Johannes krijgt een visioen en ziet in dat visioen hoe het zit: Jezus zit op de troon en regeert over de aarde. Hij is er altijd al geweest en zal er altijd zijn. Hij zal alles nieuw en perfect maken.
Het bijbelboek Openbaring wordt vaak gezien als een geheimzinnig boek met ingewikkelde voorspellingen over de toekomst. Maar dat klopt eigenlijk niet. Het boek Openbaring is geschreven als een troost voor de christenen die vervolgd werden vanwege hun geloof. Het heeft een duidelijke boodschap voor die tijd in beeldtaal die hen niet vreemd was.
De christenen van toen hadden Jezus aanvaard als hun Heer en nu werd het leven hen moeilijk gemaakt. Johannes was een van hen. Hij was opgepakt vanwege zijn inspanningen om over Jezus te getuigen en zat gevangen op het eiland Patmos. Hij zal zich wel eens hopeloos gevoeld hebben. Maar dan krijgt hij een visioen waarin hij ziet dat God de gelovigen niet aan hun lot heeft overgelaten. God is juist druk bezig met wat er op aarde gebeurt. En Hij zal alles goed maken voor zijn kinderen. Dat is de troostrijke boodschap van het boek Openbaring.
Doelen
- De kinderen weten wat de uitspraak ‘IK BEN de Alfa en Omega’ betekent.
- Ze begrijpen dat God er altijd is geweest en altijd zal zijn.
- Ze onthouden en geloven dat God er altijd voor hen wil zijn.
Benodigdheden
- Apparaat om de liedjes te luisteren
- Tijdlijn en de afbeelding van Johannes op Patmos + Mozes, Jesaja en Jezus
- Groot vel papier met stiften
- Prints van ‘Bijlage 1 – Bijbeltekst’ + stiften
- Eventueel schilderstape voor de startlijn van de estafette
- Ingrediënten voor koekjes, een oven en/of glazuur en strooisels
- Voor elk kind een kaartje uit ‘Bijlage 2 – Kaartjes’
Onderdelen kiezen
Je kunt zelf kiezen welke werkvormen je gebruikt. Zorg dat je bij elk onderdeel (Vanuit ons leven – Naar de Bijbel – Terug naar ons leven – Chill & connect) tenminste één werkvorm gebruikt.
Downloads
Vanuit ons leven
☐ In de steek gelaten
- Ben jij wel eens helemaal alleen thuis? Hoe voelt dat?
- Waar zou jij nooit in je eentje willen zijn?
- Heb jij je wel eens alleen en in de steek gelaten gevoeld?
Vandaag gaat het over iemand die alleen gevangen zat in een grot op een eiland en zich behoorlijk in de steek gelaten voelde.
Naar de Bijbel
☐ Themalied
De vorige keer ging het over Jezus die zei: ‘IK BEN…’
- Wie kan er iets noemen wat Jezus over zichzelf zei?
Mogelijke antwoorden:
– IK BEN… het brood
– IK BEN… de weg, de waarheid en het leven
– IK BEN… de deur
– IK BEN… de wijnstok
– IK BEN… het licht
– IK BEN… de goede herder
– IK BEN… de opstanding en het leven
Zing samen het themalied ‘IK BEN’. Je kunt ook de versie met gebaren gebruiken.
☐ Tijdlijn
Wat is er na deze uitspraken van Jezus allemaal met Hem gebeurd? Wijs het samen aan op de tijdlijn.
Denk aan:
– Hij is opgepakt en gemarteld.
– Hij stierf aan het kruis en werd begraven.
– Hij stond op uit de dood, Hij werd weer levend.
– Hij ging terug naar de hemel.
Na de hemelvaart van Jezus, kregen christenen het zwaar. Ze vertelden in Israël en in andere landen over Jezus en er kwamen mensen tot geloof in Jezus. Maar de belangrijke mensen in Israël waren daar niet blij mee. Zij hadden Jezus laten doden en wilden nu geen last meer van Hem hebben. Dus lieten ze de gelovigen oppakken.
Ook in andere landen waren de belangrijke mensen niet blij met dit nieuwe geloof. Door het geloof in Jezus geloofden mensen niet meer in hun goden. Ze kochten geen godenbeeldjes meer en gaven geen geld meer aan de tempels van die goden. Zo verdienden zij minder geld. En dus maakten zij het de christenen ook zo moeilijk mogelijk.
Christenen werden uitgelachen, gepest en soms zelfs gevangen genomen of vermoord om hun geloof in Jezus. Een van hen was Johannes. Hij werd gevangen gezet in een grot op het Griekse eiland Patmos.
Laat een van de kinderen de afbeelding van Johannes (op Patmos) ophangen op de tijdlijn (bij nummer 32). De andere kinderen mogen meedenken over waar het plaatje hoort te hangen.
☐ Denken en dromen
-
-
- Neem een groot vel papier en teken daarop de omtrek van een mannenhoofd. Schrijf eronder ‘Johannes’.
- Laat de kinderen om het hoofd gedachtenwolkjes tekenen waarin ze schrijven wat Johannes volgens hen dacht toen hij vanwege zijn geloof in Jezus gevangen zat op Patmos.
-
Johannes is opgepakt en gevangen gezet op een eiland. Ver weg van iedereen van wie hij houdt. En ver weg van de mensen die hij over Jezus wil vertellen. Wat zal hij zich verdrietig voelen. En Jezus is naar de hemel gegaan, dat is helemaal ver weg. Johannes is vast gaan dromen over een betere tijd…
- Droom jij wel eens? Welke droom kan jij je nog herinneren? Is er wel eens iets uit je droom daarna echt gebeurd?
☐ Visioen
Johannes krijgt een soort droom terwijl hij wakker is. Dat is raar hè. Het is ook niet echt een droom, maar een visioen dat God hem geeft. In dat visioen ziet hij dingen, net zoals jij in een droom. Maar dit zijn dingen die God hem wil laten zien.
Alles wat Johannes zag, heeft hij opgeschreven. En wat hij heeft opgeschreven is later in de Bijbel terecht gekomen als het bijbelboek ‘Openbaring’. We lezen nu een aantal teksten uit Openbaring, over het visioen dat Johannes zag dus.
-
-
- Print voor elk kind een exemplaar van ‘Bijlage 1 – Bijbeltekst’.
- Lees de teksten die hierop staan.
- Onderstreep op de bijlage met een mooi kleurtje de woorden waar Johannes blij van werd.
- Maak kleine tekeningetjes bij de tekst. Bijvoorbeeld een traan met een streep erdoor.
- We hebben het de afgelopen tijd steeds over Gods naam. Weet jij nog welke naam dat is? Zie je die ook ergens staan? Onderstreep dat met een andere kleur.
-
Terug naar ons leven
☐ Alfa en omega
Doe een spelletje met het alfabet:
De kinderen moeten samen als groep het alfabet opzeggen. Iemand roept ‘a’ en een ander ‘b’ en zo verder. Maar je spreekt niet af wie het roept en als er twee personen tegelijk een letter roepen moet de groep weer opnieuw beginnen. Lukt het om bij ‘z’ te komen?
Johannes ziet God op de troon zitten. En God zegt tegen hem: ‘IK BEN… het begin en het einde. Tenminste, zo staat het in deze bijbelvertaling. Maar eigenlijk zegt God: Ik ben de alfa en de omega. Die woorden staan er in het Grieks waar Johannes in schreef.
- Wie weet wat alfa en omega zijn en wat ze met het spelletje van net te maken hebben?
Antwoord: De alfa is de eerste letter van het Griekse alfabet en de omega is de laatste letter van het Griekse alfabet.
In de tijd van Mozes spraken ze Hebreeuws en het Oude Testament is in het Hebreeuws geschreven. Maar Johannes schreef het visioen op in het Grieks, net als alle boeken in het Nieuwe Testament. Het Grieks was namelijk net als het Engels van nu; een taal die mensen in allerlei verschillende landen spraken.
Als God zegt dat Hij de alfa en de omega is, betekent dat dus zoiets als de A en de Z, de eerste en de laatste, het begin en het eind. Hij vertelt Johannes dat Hij er altijd geweest is en er altijd zal zijn.
Wat er ook gebeurt: God is er altijd voor je! Hij laat je nooit in de steek!
☐ Gebedsvorm
Prijs God door samen het liedje Van A tot Z te zingen.
Chill & connect
☐ Tijdlijn-estafette
Verdeel de kinderen in groepjes van maximaal vier kinderen. Om de beurt doen ze een estafette met de vier kaartjes van deze serie (Mozes, Jesaja, Jezus en Johannes). De andere groepjes wachten ondertussen ergens anders zodat ze niet kunnen zien waar de kaartjes opgehangen moeten worden.
-
-
- Hang of leg de tijdlijn op een flinke afstand van de kinderen.
- Teken of plak met schilderstape een startlijn op de grond.
- De kaartjes met de bijbelse personen liggen klaar bij de start.
- Zodra je ‘start’ roept mag het eerste kind een kaartje pakken, zo snel mogelijk naar de tijdlijn rennen, het kaartje op de juiste plek ophangen en terugrennen naar zijn groep. Pas als hij de volgende heeft aangetikt mag die vertrekken. Als er een kaartje op de verkeerde plek hangt wordt die weer meegegeven naar de startlijn net zo lang tot alle kaartjes goed hangen.
- Houd met een stopwatch bij hoe lang de kinderen erover doen om alle kaartjes op de goede plek te krijgen. Het groepje met de snelste tijd wint.
-
De juiste plek voor de kaartjes is:
– Mozes bij nr. 7
– Jesaja bij nr. 16
– Jezus en zijn leerlingen bij nr. 23, 24 of 25
– Johannes op Patmos bij nr. 32
Tip: Heb je een kleine ruimte dan kun je het moeilijker maken door de estafette al hinkelend te laten afleggen of met de benen aan elkaar gebonden.
☐ Lekkere letters
Bereid samen koekjesdeeg en maak van het deeg de letters IK BEN. Zorg voor een oventje zodat jullie de letters direct kunnen bakken. Lukt dat niet dan kun je ook van tevoren zelf de koekjes bakken en door de kinderen laten versieren met glazuur en strooisels.
☐ Presentje
Dit is de laatste bijeenkomst van de serie IK BEN. Geef als afsluiting alle kinderen een kaartje uit ‘Bijlage 2 – Kaartjes’ mee.
-
-
- Print de bijlage een aantal keer uit en knip voor elk kind een kaartje uit.
- Schrijf onder de tekst de naam van het kind.
- Deel ze uit en moedig de kinderen aan om dit kaartje ergens op te hangen of te bewaren waar ze het regelmatig zien. Zodat ze nooit vergeten dat God er voor hen is!
-