Introductie op de module IK BEN

Wil je weten wie God is? Begin dan bij zijn naam. God noemt zichzelf de IK BEN. Hij was er altijd al en zal er altijd zijn. Hij is niet ver weg, maar aanwezig in ons leven.

Deze speciale naam van God kan kinderen helpen te begrijpen wie God voor hen wil zijn. God is Degene die er altijd voor hen is, die weet wat ze meemaken in hun leven en ondanks alles van hen houdt. De God van het verleden, het heden en de toekomst.

Bijeenkomsten:

  1. Mozes hoort Gods naam In een moeilijke tijd vertelt God zijn naam aan Mozes: Ik ben die Ik ben - Wat jullie ook meemaken, Ik ben er voor jullie!
  2. Jesaja belooft de Immanuel De profeet Jesaja voorspelt dat er een klein kindje zal komen met de naam Immanuel = God is met ons. De IK BEN zal naar de aarde komen!
  3. Jezus zegt: IK BEN... Jezus legt uit dat Hij de IK BEN op aarde is en Hij gebruikt allemaal beelden om uit te leggen wie Hij is (Ik ben het licht, Ik ben het brood, Ik ben de deur enz.).
  4. Johannes ziet de Alfa en Omega Als Johannes op Patmos gevangen zit krijgt hij een visioen waarin hij Jezus ziet die zegt dat Hij de alfa en de omega is, die was en is en komt. De IK BEN voor altijd!

 

Fragmenten uit: Johannes ziet de Alfa en Omega

Zingen
Zing het liedje 'Ik ben' of vraag de kinderen wat ze willen zingen.

Opdracht
Doe een leuk spelletje met het alfabet: De kinderen moeten samen als groep het alfabet opzeggen. Iemand roept 'a' en een ander 'b' en zo verder. Maar je spreekt niet af wie het roept en als er twee personen tegelijk een letter roepen moet de groep weer opnieuw beginnen. Lukt het om bij 'z' te komen?

Uitleg
'A' en 'Z' zijn het begin en het einde van het alfabet. Vandaag gaat het over deze letters, maar dan in een andere taal...

Tijdlijn-estafette
Verdeel de kinderen in groepjes van maximaal vier kinderen. Om de beurt doen ze een estafette met de vier kaartjes van deze module (Mozes, Jesaja, Jezus en Johannes). De andere groepjes wachten ondertussen ergens anders.
Hang of leg de tijdlijn op een flinke afstand van de kinderen. Teken of plak met schilderstape een startlijn op de grond. De kaartjes met de bijbelse personen liggen klaar bij de start. Zodra je 'start' roept mag het eerste kind een kaartje pakken, zo snel mogelijk naar de tijdlijn rennen, het kaartje op de juiste plek ophangen en terugrennen naar zijn groep. Pas als hij de volgende heeft aangetikt mag die vertrekken. (Heb je een kleine ruimte dan kun je het moeilijker maken door de estafette al hinkelend te laten afleggen of met de benen aan elkaar gebonden.)
Als er een kaartje op de verkeerde plek hangt wordt die weer meegegeven naar de startlijn net zo lang tot alle kaartjes goed hangen.
Houd met een stopwatch bij hoe lang de kinderen erover doen om alle kaartjes op de goede plek te krijgen. Het groepje met de snelste tijd wint.

 

Auteur van deze module: Ingrid Plantinga